donderdag 31 mei 2012

Bijbelverhaal Elia - Groep 8

Op 1 maart 2012 heb ik een bijbellverhaal verteld aan groep 8.
'Vertellen is een vorm van presenteren. De verteller laat een verhaal in eigen woorden, met stem, gebaren, houdingen en mimiek, aan de toehoorders zien.'(Drama voor de beroepspraktijk, pp. 52)
Ik heb het verhaal dat ik kreeg aangedragen uit de methode, zelf herschreven. Ik heb meer dialoog toegevoegd en ieder personage een eigen houding gegeven. Met mijn stem en gebaren heb ik het verhaal nog levendiger gemaakt. Tijdens het vertellen heb ik de leerlingen vragen gesteld over eigen ervaringen. De actualiteit en de betrokkenheid op de werkelijkheid van alledag horen ook thuis in Bijbelverhalen voor kinderen. Je moet geen geschredenis vertellen, maar geschiedenis maken(Geloof je het zelf?!, pp.217). Ook heb ik gevraagd over de  acties van de personages. Door te vragen naar de personages en eigen ervaringen van de leerlingen werd het vertellen een gezamelijke belevenis(Kijk op spel, pp. 187). De leerlingen hebben ontzettend geboeid geluisterd.




Drama piraten - Groep 3

Op 26 januari heb ik met groep 3 een drama-activiteit over piraten gedaan. In de taalmethode was het thema piraten en daar heb ik deze les omheen gebouwd. De leerlingen doen niet zo veel met drama, dus heb ik voor een simpele opbouw gekozen. De les vond plaats in het speellokaal. De leerlingen maakten dankbaar gebruik van alle extra ruimte. Wel had ik duidelijke afsraken gemaakt waar ik ze goed aan kon houden. De leerlingen waren erg enthousiast en deden goed mee. Ze doen verschillende soorten piraten na en doen dingen na die op een piratenschip gebeuren(dweilen, sturen, op de uitkijk). De leerlingen bedenken wat ze kunnen uitbeelden en geven aan of ze het voor de klas willen doen, zodat ze het kunnen raden. Zelfs de stille leerlingen namen initiatief, wat voor mij een heel goed teken was!


Bijbelverhaal Simson - Groep 3

Op 11 november 2011 heb ik in groep 3 een Bijbelverhaal over Samson verteld. Voor ik het verhaal vertelde heb ik het verhaal uit de methode gelezen en herschreven. Het viel me op dat het verhaal in de methode in de tegenwoordige tijd werd geschreven. Dit heb ik aangehouden, omdat het de leerlingen op die manier waarschijnlijk meer zou boeien. Aan het einde van het verhaal gaat Simson dood. Dit is natuurlijk best verdrietig. De leerlingen waren erg onder de indruk van het verhaal. Ik heb het verhaal afgesloten met de mededeling dat Simson bij God mocht wonen.


woensdag 30 mei 2012

Wat een herrie! - Groep 3

Op 25 oktober 2011 heb ik het liedje 'Wat een herrie' aangeleerd.
Ik vind muziek erg leuk en voelde me tijdens het aanleren van het vorige liedje erg op mijn gemak. Daarom heb ik ervoor gekozen dit nogmaals te doen.
Ik begin met het zingen van 'honderdduizend blaadjes'. Dit liedje heb ik de leerlingen eerder al aangeleerd en ik wilde ze hiermee weer in de stemming brengen.
Ik zing het liedje een aantal keren voor. Langzaam bouwen we het meezingen op. Ik heb ook gebaren en bewegingen bedacht bij het liedje. De leerlingen doen enthousiast mee. Wederom heb ik alleen het eerste deel van het liedje gepakt om voor de leerlingen het overzicht te bewaren. Bovendien was er op deze manier ruimte om het liedje wat moeilijker te maken door volume verschillen toe te passen.



Muziekles instrumenten – Groep 3

In het biologieboek stond een les over muziekinstrumenten. Van mijn mentor begreep ik dat de leerlingen hier nog niet zo veel ervaring mee hadden. Ik vind muziek ontzettend leuk, dus dit was een geschikte les om te geven. Een les over instrumenten is natuurlijk het leukst als de leerlingen ook echt instrumenten van kunnen houden. Bovendien wordt in de onderbouw de basis gelegd voor het ontwerpen van en improviseren op muziek op latere leeftijd. Het experimenteren met instrumenten en hun geluiden is daarom erg belangrijk (Muziekmeester, pp. 250) De school had een doos vol staan, dus die kon ik mooi gebruiken. Muziekinstrumenten kunnen veel herrie maken, zeker in de handen van 6/7-jarige kinderen die er weinig ervaring mee hebben. Om deze reden heb ik duidelijke afspraken over het gebruik van de instrumenten gemaakt, zoals op bladzijde 90 van ‘Muziekmeester’ ook wordt aangegeven.
Om te controleren of de leerlingen door hadden welk instrument bij welke groep hoorde, hebben ze het onderstaande werkblad gemaakt.


(Ik ben nog in afwachting van de feedback van Sjoerd Meijer op deze les.)

Na de biologieles over muziek heb ik met de leerlingen rammelaars gemaakt van doosjes. De leerlingen mochten hiervoor zelf de vulling kiezen. Ik had zelf voorbeeldjes gemaakt met daarin suiker, rijst, wokkels en kikkererwten. De leerlingen moesten goed luisteren; welk materiaal zat in welke rammelaar? Toen alles goed was geraden, mochten de leerlingen zelf aan hun rammelaar beginnen. Tijdens deze activiteit waren de leerlingen bezig met het oriënteren op klankaspecten(Muziekmeester, pp. 68). Ze maakten onderscheid tussen de klanken van de verschillende rammelaars.



----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Van deze les heb ik een zelfreflectie gemaakt.

De Cirkel van Korthagen

Fase 1:          handelen

Wat wilde ik bereiken?
Ik wilde dat de leerlingen kennis zouden maken met instrumenten. Bovendien wilde ik ze ervan bewust maken dat er verschillende soorten muziekinstrumenten bestaan die op verschillende manieren bespeeld moeten worden.

Waar wilde ik op letten?
Ik wilde zorgen dat de leerlingen zorgvuldig en op de juiste manier omgingen met de instrumenten. Ik heb d.m.v. vragen en het werkblad gekeken of de leerlingen de inhoud van de les begrepen.

Wat wilde ik uitproberen?
Ik wilde uitproberen of ik door héél consequent en streng op te treden mijn doel beter kon bereiken.

Fase 2:          Terugblikken op het handelen

Wat gebeurde er concreet?
Ik heb met de leerlingen de plaat in het boek bekeken en besproken. We hebben samen naar verschillende muziekinstrumenten gekeken en geluisterd en ze bespeeld.

Lerarenperspectief:

Wat wilde ik?
Ik wilde de leerlingen iets leren over de soorten muziekinstrumenten en hun functies en gebruik.

Wat deed ik?
Ik heb de leerlingen verteld over de verschillende soorten instrumenten en ze deze laten uitproberen. Ik heb vragen gesteld over de instrumenten.

Wat dacht ik?
Tijdens de les waren mijn gedachten vrij rustig. De leerlingen deden goed mee. Wel moest ik mezelf steeds bedenken dat ik duidelijke afspraken met de leerlingen had gemaakt en dat ik deze strak moest hanteren.

Wat voelde ik?
Ik voelde me over het algemeen heel rustig tijdens deze les. Het kostte af en toe moeite streng te zijn. Op zo’n moment voel ik me al snel ‘de stomme juf’, maar voor het verloop van de les was dit zeker bevorderlijk.

Leerling-perspectief:

Wat wilden de leerlingen?
De leerlingen wilden héél graag aan de slag met de instrumenten.

Wat deden de leerlingen
De leerlingen deden goed mee en hielden zich over het algemeen goed aan de afspraken. Wel heb ik de instrumenten van een aantal leerlingen in moeten nemen tijdens het uitdelen. Ik heb de leerlingen na het uitdelen gevraagd wat er mis ging. Zij gaven aan dat ze zich niet aan de afspraak hadden gehouden, beloofden dat het beter kon en ik gaf de instrumenten terug.

Wat dachten de leerlingen?
De leerlingen schrokken er wel een beetje van dat ik zo streng was. Uiteindelijk was het voor iedereen beter. De leerlingen vonden het erg leuk om met de instrumenten aan de slag te gaan.


Fase 3:          Bewust worden van essentiële aspecten

Hoe hangen de antwoorden op de vorige vragen met elkaar samen?
Doordat ik duidelijke regels heb gemaakt en die consequent heb doorgevoerd heb ik de leerlingen o een leuke manier kennis kunnen laten maken met muziekinstrumenten en hun functies.

Wat is daarbij de invloed van de context/de school als geheel?
De leerlingen werken in tweetallen, ze zitten in rijen. Ik denk dat dit bevorderlijk is geweest voor het verloop van de les. De leerlingen werden minder afgeleid door andere instrumenten en konden zich beter richten op de informatie die ik vertelde.

Wat betekent dit nu voor mij?
Ik ben erg tevreden met het verloop van de les. Ik heb mijn doelen behaald. Ik zou in een andere groep weer zo’n les willen geven. Ik vond de les leuk en leerzaam. De volgende keer zou ik nog meer gebruik willen maken van de instrumenten.

Wat is dus het probleem (of de positieve ontdekking)?
Het is ontzettend leuk om met instrumenten te werken. Het gebruik ervan heeft oneindig veel mogelijkheden, omdat de betrokkenheid van de leerlingen erg groot is.


Fase 4:          Formuleren van handelingsalternatieven

Welke alternatieven zie ik?
* Meer gebruik maken van de instrumenten, bijvoorbeeld een liedje maken of afspreken welk instrument op welk moment in een bepaald liedje geluid mag maken.
* Meer instrumenten zelf meenemen, zodat het aanbod nog groter wordt.

Welke voor- en nadelen hebben die?
De les wordt op deze manier steeds groter, waardoor het lastig wordt alles in één keer te doen. Aan de andere kant is het juist leuk om hier een aantal middagen aan te besteden.

Wat neem ik mij nu voor de volgende keer?
Meer verdieping wat betreft de instrumenten.

Fase 5: Nieuwe situatie









Blog BKV – Winterwonderland

Voor beeldende en kunstzinnige vorming heb ik samen met Romy van Geffen en Lizanne Vos een blog gemaakt met het thema Winterwonderland.
Door op de onderstaande link te klikken kunt u deze bekijken.

The lion sleeps tonight - Videoclip




Voor muziek heb ik samen met een aantal klasgenoten een videoclip gemaakt.
Hieronder kunt u het resultaat zien van onze cover in kampvuur-setting van 'The lion sleeps tonight'.


Hieronder ziet u de feedbackformulieren van onze klasgenoten.





 

Honderdduizend blaadjes - Groep 3

Op 13 november 2011 heb ik de leerlingen in mijn klas een liedje aangeleerd. Aangezien de herfst net was begonnen, heb ik vanzelfsprekend voor een liedje gekozen dat hierbij past; Honderdduizend blaadjes.
Ik ben begonnen met het stellen van vragen over de herfst. De leerlingen hebben naar buiten gekeken en verteld wat er allemaal te zien is, wat voor weer het is en wat je allemaal doet in de herfst. In het gesprek kwamen we op de verschillende kleuren van de blaadjes aan de bomen en het feit dat die naar beneden dwarrelen in de herfst. Voor mij was dit een mooie gelegenheid het liedje aan te bieden. Ik zing het (eerste gedeelte van) liedje een keer voor en vraag de leerlingen goed te luisteren. Ik stel een aantal vragen over de inhoud van het liedje. Om de vragen goed te kunnen beantwoorden, zet ik het liedje nog een keer aan en zing ik mee. Daarna bouwen we het meezingen van het liedje op. Ter ondersteuning heb ik bij de tekst illustraties gezocht. Steeds als de leerlingen een nieuwe zin mee mochten zingen, heb ik een nieuw plaatje opgehangen. Daarbij bedachten de leerlingen nog gebaren, 'een dansje'.
Omdat ik graag wilde dat de leerlingen het liedje goed aanleerden en de tijd enigszins beperkt was, heb ik er voor gekozen alleen het eerste deel van het liedje te gebruiken.

(van de paarse woorden waren er illustraties, van de blauwe gebaren)
In onze straat staat een mooie boom
Kijk ik naar buiten het lijkt of ik droom
Vrolijke kleuren rood en geel en bruin
Dwarrelen in onze achtertuin

Er valt 1 blaadje
Er vallen 2 blaadjes
Er vallen 3 blaadjes
Wel honderdduizend blaadjes op de grond

Zie hier een filmpje waarin de leerlingen het liedje zingen, best spannend met die camera voorin de klas...


Welkom

Hallo!

Ik heet u van harte welkom in mijn kunstdossier.

Hier vindt u verschillende lessen & activiteiten binnen de vakgebieden drama, muziek en beeldend die ik heb gegeven in groe 3d en 8b van CBS 'De Regenboog'. Veel leesplezier!

Marit Ellen Bakker
110034
VTOB1C